Logopedie

De logopedist

De logopedist is een paramedicus. Logopedisten signaleren, onderzoeken, diagnosticeren en behandelen stoornissen op volgende gebieden: stem, spraak, taal, gehoor, eten en drinken.

Om de gevolgen van afwijkend mondgedrag te beperken, is het belangrijk dat er vroegtijdig behandeld wordt. De logopedische behandeling zal circa tien tot twintig behandelingen in beslag nemen.

Tijdens de therapie kunt u het volgende verwachten:

  • een intakegesprek
  • het maken van foto’s van zowel mond als gebit
  • het opmeten van de spieren in en rond de mond
  • het detecteren en afleren van afwijkend mondgedrag
  • het herhalen van de oefeningen die tijdens de behandeling worden meegegeven
  • eventueel het dragen van een trainer
  • regelmatige controle afspraken
Wat is OMFT nu juist?:

Oro-myofunctionele therapie is een oefentherapie die gericht is op het herstellen van een verstoord evenwicht van de orofaciale spieren. Tanden groeien niet zo maar scheef, het is bijna altijd een gevolg. Het is belangrijk om het afwijkend mondgedrag (de oorzaak) te zoeken en deze vervolgens af te leren

Open mondgedrag:

Normaal gesproken is de mond gesloten, rust de tongpunt tegen het gehemelte achter de boventanden en wordt er door de neus geademd. Wanneer de mond gedurende de dag regelmatig open is in rust, is er spraken van open mondgedrag. Vaak ligt de tong dan slap onderin de mond en drukt deze met een grote kracht tegen de tanden aan. Hierdoor worden de ondertanden naar voren geduwd. Dit kan opnieuw leiden tot een incorrecte articulatie. Wanneer dit probleem niet behandeld wordt, is er een kans op een foutieve groei van de onderkaak ten opzichte van de bovenkaak. De onderkaak wordt breder dan de bovenkaak en verhoogd de kans op oorproblemen.

Foutieve lipgewoonten:

Onder foutieve lipgewoonten wordt liplikken en lipzuigen verstaan. Deze afwijkingen komen veelal voor bij mensen die door de mond ademen. Doordat de lippen droog worden tijdens het mondademen, wordt het veelal als ‘prettig’ ervaren om de lippen te bevochtigen met de tong.

Afwijkend slikken:

Alle bovenstaande vormen van afwijkend mondgedrag kunnen leiden tot afwijkend slikken. Er wordt gesproken van afwijkend slikken wanneer de tong tijdens het slikken tegen of tussen de tanden en/of kiezen komt.  Per dag slikt men ongeveer 2 000 keer. Wanneer de tong elke keer met een grote kracht tegen of tussen de tanden en/of kiezen komt, zal dit een negatieve invloed hebben op de vorm van het gebit.

Afwijkende tongligging in rust:

Hierbij is de positie van de tong afwijkend. De tong ligt niet achter de tanden tegen het gehemelte, maar op de mondbodem, tegen of tussen de handen of te ver achterin de mond. Dit kan de stand van de tanden en kiezen en/of de vorm van de kaak negatief beïnvloeden.

Habitueel mondademen:

Habitueel bekent ‘gewoonlijk’. Bij habitueel mondademen is de gewoonte ontstaan om door de mond te ademen terwijl de neus voldoende doorgankelijk is. Gevolgen van habitueel mondademen kunnen zijn een terugkerende infectie van de keel/amandelen of zelf een middenoorontsteking. Daarnaast heeft habitueel mondademen eveneens invloed op de groei van de kaak, tanden en kiezen.

Afwijkend kauwen:

Onder afwijkend kauwen wordt het smakken, het tegelijkertijd aan twee kanten kauwen en het verkeerd afbijten van voedsel verstaan. Dit kan leiden tot een verstoord evenwicht van de spieren in en rond de mond, wat dan weer een invloed heeft op de positie van de tanden.

Nagelbijten:

Tijdens het nagelbijten schuift de onderkaak naar voren en ontstaat er te veel spanning in de kaakgewrichten, waardoor pijnklachten en overbelasting van de spieren in het mondgebied het gevolg kunnen zijn.

Duim, vinger- en/of speenzuigen:

Veel kinderen duimen of zuigen wel eens op hun vinger(s). Wanneer een kind dit op driejarige leeftijd nog steeds doet, is er spraken van afwijkend mondgedrag. Vanaf dat moment kan het duimen, zuigen of spenen een negatieve invloed hebben op de stand van de tanden en de vorm van de kaak. Daarnaast kan het zuiggedrag ervoor zorgen dat de spieren in en rond de mond verslappen, waardoor habitueel mondademen, openmondgedrag en afwijkend slikken kan ontstaan. Dit kan dan weer leiden tot incorrect articuleren. Hierbij kunt u denken aan het praten met de tong tussen of tegen de tanden (vb. slissen).

Wat nu???:

Wanneer u merkt dat er foutief mondgedrag aanwezig is, en dit eventueel een invloed heeft op het gebit van u of je kind, meld je dan zo snel mogelijk aan voor de correcte behandeling op maat. De behandelingen zijn voor kinderen vanaf 3-4 jaar én volwassen.

MEDISCH CENTRUM WIJNEGEM – MERKSEMSEBAAN 9-11 – 2110 WIJNEGEM – 03 353 44 96 – MEDICAL@MCWIJNEGEM.BE

Logopedist

Emma Vandeperre